 
Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de 
richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige 
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS 
HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als 
het gebruik van mobiele telefoons verboden 
is of als dit storing of gevaar zou kunnen 
opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl 
u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te 
besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste 
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen
gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking 
van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN 
ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke 
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat 
uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN 
VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke 
beperkende maatregelen. Draadloze 
apparatuur kan storingen veroorzaken in 
vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET 
TANKEN Gebruik het apparaat niet in een 
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in 
de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT 
VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle mogelijke 
beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat 
niet waar explosieven worden gebruikt. 
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de positie die in 
de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak 
de antennegebieden niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag
alleen door deskundigen worden geïnstalleerd 
of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik
alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. 
Sluit geen incompatibele producten aan.
 
8
WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet
waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een
gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat 
aansluit, dient u eerst de handleiding van het 
desbetreffende apparaat te raadplegen voor 
uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen 
incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de
telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld 
en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op 
de end-toets om het scherm leeg te maken en 
terug te keren naar de stand-by modus. Voer 
het alarmnummer in en druk op de beltoets. 
Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het 
gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming 
hebt gekregen.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt 
beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in netwerken van 
het type EGSM 850/900/1800/1900 en UMTS 2100. Neem 
contact op met uw serviceprovider voor meer informatie 
over netwerken.
Dit apparaat ondersteunt internetverbindingen en andere 
verbindingsmethoden. Net als computers kan uw apparaat 
blootstaan aan virussen, schadelijke boodschappen 
en toepassingen, en andere schadelijke inhoud. 
Wees voorzichtig en open boodschappen, accepteer 
verbindingsverzoeken, download content en accepteer 
installaties alleen van betrouwbare bronnen. Als u de 
beveiliging van het apparaat wilt vergroten, kunt 
u overwegen antivirusprogramma's, firewalls en andere 
verwante software te installeren, te gebruiken, 
en regelmatig bij te werken op het apparaat en 
aangesloten computers.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan 
alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken, privacy en 
legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten. 
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen 
verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief 
beltonen) en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd, 
overgedragen of doorgestuurd.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het 
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in 
wanneer het gebruik van draadloze apparatuur 
storingen of gevaar kan veroorzaken.
 
9
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke 
functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel 
(Microsoft Office 2000, XP en 2003). Niet alle 
bestandsindelingen kunnen worden bekeken of gewijzigd.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde 
bookmarks en koppelingen naar internetsites van derden. 
U hebt via uw apparaat mogelijk ook toegang tot andere 
sites van derden. Sites van derden zijn niet verbonden met 
Nokia, en Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er 
geen aansprakelijkheid voor. Als u deze sites wilt bezoeken, 
moet u op het gebied van beveiliging of inhoud 
voorzorgsmaatregelen treffen.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn 
aangemeld bij een aanbieder van een draadloze 
verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale 
netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken 
beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u specifieke 
regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat 
u gebuik kunt maken van de netwerkdiensten. 
Uw serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen 
hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden 
beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief 
kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen 
ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens 
en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om 
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in 
uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het 
menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan 
ook beschikken over een speciale configuratie, zoals 
veranderingen in menunamen, menuvolgorde en 
pictogrammen. Neem voor meer informatie contact 
op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en 
SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor het gebruik 
van bepaalde functies van dit apparaat, zoals MMS, 
internet, e-mail, en inhoudsdownloads met de browser 
of via MMS, is netwerkondersteuning vereist.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over 
beschikbaarheid en voor informatie over het gebruik van 
SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere 
leverancier zijn.
Toebehoren, batterijen en laders
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader 
voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze 
bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is ontworpen voor 
gebruik met laders van het type DC-4, AC-3 of AC-4, en 
voor laders van het type AC-1, ACP-7, ACP-8, ACP-9, 
 
10
ACP-12, LCH-9 of LCH-12 (indien de lader wordt gebruik 
in combinatie met een CA-44-laderadapter).
Het batterijtype dat in dit apparaat moet worden gebruikt, 
is BP-6M.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders
en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor 
gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere 
typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen 
en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van 
goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker 
en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.