 
Actieve werkbalk
In de camera kunt u via de 
actieve werkbalk snel items 
selecteren en verschillende 
instellingen aanpassen 
voordat en nadat u een foto 
hebt gemaakt of een video 
hebt opgenomen. Blader 
in de actieve werkbalk naar 
verschillende items en 
selecteer deze door op de 
bladertoets te drukken. De beschikbare opties variëren 
afhankelijk van de huidige opnamemodus en status. 
U kunt ook instellen dat de actieve werkbalk altijd wordt 
weergegeven op het scherm of wordt geactiveerd door een 
toets in te drukken.
Kies
Opties
>
Pictogr. weergeven
als u de actieve
werkbalk wilt weergeven op het scherm voordat en nadat 
u een foto hebt gemaakt of een video hebt opgenomen.
Als u de actieve werkbalk alleen even wilt weergeven op 
het moment dat u deze nodig hebt, selecteert u 
Opties
>
Pictogr. verbergen
. U kunt de actieve werkbalk
inschakelen door op de bladertoets te drukken.
Kies in de actieve werkbalk een van de volgende opties 
voordat u een foto maakt of een video opneemt:
- Hiermee schakelt u tussen de video-
en afbeeldingsmodus.
- Hiermee selecteert u de scène.
- Hiermee selecteert u de flashmodus.
- Hiermee activeert u de zelfontspanner (alleen
afbeeldingen). Zie ‘Zelf op de foto - Zelfontspanner’ op 
pag. 27.
- Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen
afbeeldingen). Zie ‘Foto's nemen in een reeks’ op pag. 26.
- Hiermee past u de belichtingscompensatie aan
(alleen afbeeldingen).
- Hiermee past u de witbalans aan.
- Hiermee selecteert u een kleureffect.
- Hiermee past u de lichtgevoeligheid aan
(alleen afbeeldingen).
De pictogrammen veranderen om de huidige status van 
de instelling aan te geven.
De beschikbare opties kunnen variëren afhankelijk van 
de huidige weergave.
Zie ook de opties voor de actieve werkbalk in ‘Na het 
maken van een foto’ op pag. 24, ‘Na het opnemen van een 
 
Camera
24
video’ op pag. 29 en ‘Actieve werkbalk’ op pag. 33 
in
Galerij
.